Porto

Port of porto is kort voor portwijn, een versterkte wijn uit Portugal, met een alcoholgehalte tussen 18 en 20 procent. Het is een typische zoete rode, witte of roséwijn, geserveerd als aperitief, digestief of als dessertwijn. Tegenwoordig wordt overal ter wereld versterkte wijn geproduceerd met sterke gelijkenis ten opzichte van port.

Druiven

Bekende druifvariëteiten voor de aanmaak van port zijn: Touriga Nacional, Tinta Roriz, Tinta Barroca, Tinta Cão, Tinta Francisca, Tinto Rouro, Bastardo, Donzelinho Tinto, Mourisco en de Malvasia Fina (witte port).

Bereidingsproces

Sinds de 19e eeuw wordt gebruikgemaakt van de mutage-techniek. Dit is een techniek waarbij door middel van toevoeging van extra alcohol het gistingsproces voortijdig gestopt wordt, waardoor niet alle suikers in alcohol omgezet worden, zodat de zoete smaak van port ontstaat en het alcoholgehalte dan tussen 18 en 20 volumeprocent komt te liggen.

Als de druiven geoogst worden, wordt er niet of gedeeltelijk ontsteeld. Druiven met de voeten vertrappelen in lagares (lage stenen troggen van graniet) wordt vandaag de dag nog steeds gehanteerd naast moderne vinificatiesystemen. Tegenwoordig zijn er ook machines die het werk van de treders (de menselijke voeten) overnemen.

Door de druk breekt de celwand en geeft zo zijn smaak en kleur af, wat bij portwijn essentieel is. Na een dag of twee ontstaat de alcoholische gisting, waardoor de schilletjes een deken (manta) boven op de massa creëren. Dit geeft een beschermende laag die contact met zuurstof tegenhoudt. De manta wordt regelmatig ondergedompeld om de extractie zo vol mogelijk te krijgen.

Als de most na analyse goed is en naar wens van de wijnmaker, kan de brandewijn (aguardente) toegevoegd worden. Hierdoor stopt de gisting en kan de wijn van onderuit de lagaras in het vat gedaan worden. Dit vat bestaat uit 1/5 wijnalcohol wat aangevuld wordt met de portwijn, die hierdoor een alcoholpercentage krijgt van 19 à 20 %.

Soorten porto

Er zijn verschillende portsoorten. De meest gebruikte onderverdeling is de ruby, vintage, tawny, witte en sinds kort rosé port.

  • Ruby port
    De Ruby port komt het meeste voor. Deze relatief jonge portsoort is twee tot drie jaar opgeslagen op het vat. Veelal zijn dit roestvaststalen tanks of betonnen bakken. Ruby port wordt geblend (samengesteld) door menging van druiven van meerdere druivensoorten, jaargangen en wijngaarden.
  • Late Bottled Vintage port (LBV)
    De Late Bottled Vintage Port is een mengeling van ports van één enkel jaar. Ze rijpen tussen 4 en 6 jaar in eikenhouten vaten en worden dan gebotteld. De meeste zijn dan rijp om gedronken te worden. Het etiket moet altijd het oogstjaar en het jaar van botteling vermelden.
  • Crusted
    De Crusted Port bestaat uit een mengeling van ports van verschillende jaren die 3 à 4 jaar in vaten gerijpt hebben en die ongefilterd gebotteld worden waardoor er zich een bezinksel, de zogenaamde crust, vormt. De port moet net als de vintage port gedecanteerd worden voor hij voor consumptie geschikt is. Deze portsoort wordt ook wel de poor man´s vintage port genoemd.
  • Vintage port
    Als de oogst zo goed bevonden wordt en na proeverijen de wijn er zo uitspringt ten opzichte van andere jaren wordt dat jaar uitgeroepen door de IVDP (Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto) tot vintage portjaar. De vintage ports worden maximaal drie jaar in eikenhouten vaten bewaard. Ze worden dan zodanig gebotteld dat ze verder op fles kunnen rijpen en een depot/droesem vormen in de fles. Het is dan ook aan te bevelen om de port zo te decanteren dat het bezinksel achterblijft in de fles alvorens te serveren.
  • Single Quinta Vintage Port
    Dit is een vintage port die van één enkele wijngaard afkomstig is. De wijngaard moet op de fles vermeld staan. Deze Single Quinta Vintage Ports kunnen in jaren voorkomen die niet als vintage-jaren gezien worden.
  • Tawny Port
    De Tawny Port is genoemd naar de taankleur, die ontstaat doordat de wijn meerdere jaren op vat rijpt, zodat hij iets kan oxideren. Dit is een mengeling (= een blend) van porto's van verschillende oogstjaren, maar heeft als voornaamste kenmerk dat hij meerdere jaren in vaten gerijpt heeft, wat zijn typische tawny kleur geeft.
  • Aged Tawny
    Bij de Aged Tawny staat op de fles het aantal jaren (10, 20, 30, 40 jaar) dat de port in vaten gerijpt heeft, waardoor de typische tawny-kleur ontstaat. Omdat het hier om een mengeling van ports gaat, is de leeftijd die op de fles aangegeven is, ongeveer de gemiddelde leeftijd van de blend.
  • Colheita
    Het woord colheita betekent oogstjaar en het gaat hier dan ook om port van één (goed) oogstjaar. De wijn moet minstens zeven jaar in een houten vat gerijpt hebben. Hij is dan tawny van kleur en klaar om gedronken te worden. Het oogstjaar en het jaar van botteling worden op de fles vermeld. Colheita's worden gezien als tawny's van hoge kwaliteit.
  • Garrafeiraport
    De Garrafeiraport is eveneens een mengeling van ports van één enkel jaar. Deze Garrafeira wordt weleens de brug tussen de tawny en de vintage genoemd. Na een korte rijpingsperiode in houten vaten worden ze overgebracht in grote glazen vaten waarin ze gedurende 20, 30 tot 40 jaar traag verder rijpen. In de loop der jaren wordt er een bezinksel gevormd dat decanteren nodig maakt voordat de port voor consumptie in flessen van 75 cl overgegoten worden. Hierna rijpt de port verder in de fles.
  • Single Harvest Tawny
    Deze benaming geeft eigenlijk alweer wat gedronken wordt: een tawny port uit 1 oogst jaar. De meeste tawny's zijn een blend van meerdere oogstjaren. Bij de Single Harvest Tawny is de kwaliteit echt van 1 jaar dusdanig hoog, dat ze besluiten deze niet te mengen. De wijnen zijn dan ook van uitzonderlijke kwaliteit en in zeer lage aantallen beschikbaar.
  • Witte port
    Witte port wordt in tegenstelling tot sommige wijnen alleen gemaakt van witte druiven. Ook witte port wordt een drietal jaren gerijpt op het vat.

Afbeelding

Meer informatie
Aanvaarden